zaterdag 13 augustus 2016

Concarneau

Maandag 23 mei 2016 (1)

Nog steeds zijn we in twijfel of we al dan niet blijven. Als we vandaag niet kunnen bijtanken, moeten we echt overwegen om naar huis te vertrekken. In ieder geval gaan we proberen om niet teveel kilometers te doen. Volgens de dame in het hotel zou er in Concarneau een station zijn dat gisteren open was en vandaag zouden ze een levering krijgen. Maar het is allemaal “zou”… We besluiten om vandaag Concarneau te bezoeken en daarna Quimper, dat is beide niet zo ver. Als we Pont-Aven buitenrijden zien we tot onze verrassing een benzinestation dat zowaar open is. Er staan een paar wagens aan te schuiven en we sluiten er bij aan. Blijkbaar zijn de tankbeurten gerantsoeneerd tot 15 € per wagen. Dat is toch al iets. Een Duitse toerist maakt zich dik omdat hij niet meer krijgt en dat leidt tot een hevige discussie met de pompbediende die er zelfs mee dreigt dat hij helemaal niets krijgt als hij niet ophoudt met mopperen. Als het onze beurt is, merkt ze op dat wij Belgen zijn en vraagt of we nog blijven of naar huis rijden. Ik zeg dat we naar huis terugkeren en dan zegt ze: “dan mogen jullie voltanken, maar…” en met de wijsvinger op haar lippen laat ze ons verstaan dat we het niet moeten verder vertellen. We zijn opgelucht en trekken  verder met een volle tank.


Concarneau ligt op amper 16 kilometer en we arriveren er om 11:00 uur. Het is een vestingstad met een mooi bewaard gebleven versterkte muur en toegangspoort tot de “Ville Close”.  Bij de ingang ervan kunnen we de auto gratis achterlaten op een grote parking. Zeer veel volk is er niet maar in de smalle straatjes binnen de remparts heerst een gezellige drukte. De zon is van de partij dus we kunnen ons hartje ophalen met het maken van foto’s: leuke winkeltjes, veel bloemen, oude gevels en buiten de stadsmuren schilderachtige bootjes, al dan niet gestrand op het droge. In een conserverie kopen we een paar doosjes ingemaakte sardines en makreel, een specialiteit van de streek. Na onze wandeling door de binnenstad is het tijd om iets te eten. Met de vele crèperies kan dat geen probleem zijn. Vooraf nemen we plaats op een terrasje in de schaduw voor een cider als aperitief. Het is er heerlijk om te zitten en de voorbijgangers gade te slaan. 


Aan de overkant is er een leuk restaurant met groot terras dat stilaan vol loopt: La Porte au Vin. We besluiten niet verder te zoeken en er een van de laatste tafeltjes in te palmen vòòr alles volzet is. Tegen onze gewoonte in gaan we in de volle zon zitten en daar hebben we geen spijt van. De warmte is perfect verdraagbaar en we hebben al gauw een echt zomers gevoel. Ook het eten valt mee. C geniet van haar sardines grillées en ik van een zoute pannenkoek, “la complète traditionelle” d.w.z. met ham, ei en Emmenthal. Net zoals in de Gwenola in Gent, maar dan iets fijner en beter. Een betere plek om te genieten van de Bretoense keuken en van de schitterende locatie hadden we niet kunnen vinden. We sluiten af met een koffie en om 14:00 uur trekken we terug op pad. We willen ook het stadsgedeelte buiten de muren verkennen, maar daar valt niet veel te zien. Na een uurtje stappen we terug de auto in nadat we besloten hebben om Quimper te laten voor wat het is en op het gemak langs de zee af te zakken naar Névez, onze bestemming voor vanavond.